Gert_knipt_gasten_in_hospice_ANKO“Mijn klanten hebben nog hooguit zes weken te leven”

Gert Huisman kwam in de editie van december 2021 al even voorbij als de kapper van Jacco Vonhof (de voorzitter van MKB-Nederland) die hij knipt in zijn salon Hair in the City in Zwolle. Ook knipt deze kapper al een aantal jaar als vrijwilliger bij een hospice in Zwolle. Hoe is het om mensen te knippen die niet lang meer te leven hebben? “Mensen hopen vooral nog een mooie tijd te hebben met hun dierbaren.”

Gert kan zich de dag – inmiddels zes jaar geleden – nog goed herinneren dat een van de bestuursleden van hospice Zwolle bij hem in de stoel zat. “De hospice had net haar deuren geopend en werd tot mijn verbazing voor een groot deel door vrijwilligers gerund. De een lapte de ramen, de ander werkte in de tuin, weer iemand anders kookte. Ik vond dat een mooi idee, en vroeg of ik mijn steentje kon bijdragen. ‘Nou’, zei dat bestuurslid, ‘je kunt misschien wel gaan knippen!’ Dat was eigenlijk wel het laatste waar ik aan dacht, want wil je nog wel geknipt worden als je nog maar een paar weken te leven hebt, vroeg ik me af.”

Netjes op de foto

Het tegendeel blijkt waar te zijn. Mensen die hun laatste weken in de hospice doorbrengen willen er ook gewoon leuk uitzien en mooi haar hebben. “Soms hebben mensen een heel ziekteproces achter de rug of ze hebben lang in het ziekenhuis gelegen en konden niet naar de kapper gaan. Vaak willen ze nog een keer met hun partner of (klein)kinderen op de foto. Dan is het fijn als ze er netjes opstaan.” De eerste keer dat Gert in de hospice kwam, was hij best zenuwachtig. “Het komt voor dat mensen niet thuis kunnen sterven door de zorg die ze nodig hebben. Ik besefte eigenlijk niet dat er niet alleen oude mensen verblijven, er zijn ook jonge mensen onder de gasten. Gelukkig praat ik makkelijk en kan ik met iedereen altijd prima overweg.”

Luchtig praatje

Bij een hospice denken de meeste mensen aan een bepaalde zwaarte en verdriet. Is dat beeld terecht volgens hem? “De meeste mensen die hier komen, hebben hooguit nog zes weken te leven. Ze hebben dat meestal aanvaard, zijn er op een bepaalde manier naartoe gegroeid,” legt Gert uit. “Ze hopen vooral nog een mooie tijd te hebben met hun dierbaren. Maar ik heb ook weleens meegemaakt dat iemand tijdens het knippen mijn hand pakte en huilend vertelde niet te willen sterven. Gelukkig gebeurt dat bijna nooit. Ik probeer de nadruk niet op de ellende te leggen, maar het luchtig te houden en iets aan te kaarten waar ze met plezier over praten.”

Op bed knippen

De hospice ligt aan de rand van Zwolle, tegen een natuurgebied aan. “Alle kamers hebben een eigen terrasje en kijken uit op een grote tuin. “Er komen hier heel bijzondere vogels en er groeien in de zomer prachtige bloemen,” zegt Gert. “In het huis hangt een serene rust. Voor de vrijwilligers die er werken, is niets te veel en iedereen staat voor elkaar klaar.” Hij knipt bij mensen op hun kamer en dat is heel wat anders dan knippen in zijn salon. “Sommige mensen kunnen hun hoofd niet meer omhoog of omlaag doen, of kunnen niet meer verzitten of uit bed komen. Die mensen knip ik op bed, uiteraard met een groot laken over de dekens heen. Ik wring mezelf soms in allerlei bochten om toch een goed resultaat af te leveren.” Volgens Gert willen mensen niet meer radicaal van kapsel veranderen en ook kleuren is niet echt een wens. “Ze willen vooral netjes geknipt zijn. En ik föhn het altijd mooi, daar doe ik extra mijn best op.”

Cadeautje

“Elke keer als ik bij de hospice wegga, heb ik een goed gevoel,” vertelt Gert. “Het is zo fijn dat ik dit mag doen, dat ik iets kan betekenen in hun allerlaatste levensfase en dat ze blij zijn dat hun haar er goed uitziet.” Gert is oproepkracht. Als er behoefte is aan een knipbeurt wordt hij gebeld. Dat betekent dat hij een paar keer per maand naar de hospice gaat. Hij knipt kosteloos en zijn leverancier stelt producten voor hem beschikbaar. “In de zomer knip ik mensen ook weleens buiten. Dan schijnt het zonnetje en loop ik van terrasje naar terrasje met mijn koffertje en spiegel. ‘Je kunt gewoon oversteken als je zo klaar bent hoor.’ Daar hebben we dan lol om.”

Het gebeurt regelmatig dat mensen hem iets willen geven. “Nog niet zo lang geleden knipte ik een oude tekenleraar en hij wilde weten wat hij moest betalen. Ik vertelde dat ik vrijwilliger ben en dat dat dus niet hoeft. Kwam zijn vrouw de volgende dag met een prachtige pentekening die hij van de tuin had gemaakt. Die heeft een plekje in mijn huis gekregen.”

Dankbaar werk

Moeilijk vindt Gert het om jonge mensen te ontmoeten die zullen overlijden. “Daar denk ik vaak aan, want het komt dan toch dichterbij. Als ik mijn vrienden dan hoor klagen over problemen op het werk, dan denk ik weleens bij mezelf: het valt allemaal wel mee jongens. Dit werk relativeert. Het maakt me ook nederig. Dan kom ik thuis en ben ik dankbaar dat mijn gezin gezond is.”

Om dit werk te kunnen doen, is het volgens Gert handig om wat levenservaring te hebben. “En je moet met mensen van allerlei allooi kunnen levelen en een gesprek voeren. Maar dit werk moet vooral een beetje bij je passen, denk ik.”

Hij hoopt dat meer kappers zullen overwegen om als vrijwilliger in een hospice aan de slag te gaan. “In elke plaats is wel een hospice en ze zijn hartstikke blij als je belt,” vermoedt hij. “Of als dat niet lukt, denk dan eens aan een vaste klant die ziek is en misschien al een poosje niet in je salon is geweest. Wat houd je tegen om even te bellen en daarnaartoe te gaan om iemand te knippen?” Zelf is hij zeker van zijn zaak: “Als ik met pensioen ga, blijf ik dit werk doen. Het is fijn om mensen te kunnen helpen.”