Mirjam de Zinger leidde een onbezorgd leven: ze hield van haar werk als bedrijfsleider in een kapsalon, was gelukkig met haar man en werd in 2007 ook nog eens zwanger. Ze had nooit kunnen vermoeden dat het zo mis kon gaan.

Dolblij was ze en ondanks dat Mirjam uitkeek naar het moederschap, was ze ervan overtuigd dat ze in de kapsalon zou blijven staan; ze had altijd al een kinderwens gehad, maar haar werk zou ze nooit opzeggen. Een jaar later deed ze dat toch, om voor haar zoon te zorgen. Miles bleek meervoudig gehandicapt te zijn en de verwachting was dat hij niet oud zou worden. In 2015 overleed hij. Van iedere dag zorgen veranderde Mirjams leven in een grote leegte. Al snel pakte Mirjam de kappersschaar weer op en star e ze een wel heel bijzondere kapsalon: Salon8, waar ook mensen met een (meervoudige) beperking geknipt kunnen worden. Een eerbetoon aan Miles, die maar acht jaar mocht worden.

Stoppen met werken

Toen bleek dat Miles meervoudig gehandicapt was, probeerde Mirjam om toch te blijven werken. Simpelweg omdat ze zoveel van het kappersvak houdt. “Maar het werd steeds moeilijker”, vertelt ze. “Het kwam nogal eens voor dat ik werd weggeroepen van mijn werk. Maar mijn planning stond vol, klanten stonden te wachten en mijn werkgever kon niet op me bouwen. En natuurlijk wilde ik er dolgraag zijn voor Miles, want het ging steeds slechter met hem. Daarom besloot ik een jaar na Miles’ geboorte om mijn baan toch op te zeggen. Dat was heftig, want mijn wereld was in één klap een stuk kleiner geworden en we hadden veel minder inkomsten. We moesten leven van het salaris van mijn man. Maar in een periode waarin zoiets heftigs met je kind gebeurt, kom je erachter dat geld niet zo belangrijk is. Liefde en een goede gezondheid kun je niet kopen. Achteraf ben ik ontzettend blij dat ik voor mijn kind heb gekozen. Ik heb Miles alles kunnen geven wat hij nodig had.”

Geduld

Zes jaar na Miles’ geboorte pakte Mirjam het kappersvak toch weer een heel klein beetje op. “Ik had inmiddels een manier gevonden waarop ik Miles’ in zijn bed kon knippen, want hij kon niet zitten of lopen. Begeleiders en ouders van kinderen van de dagopvang vroegen steeds vaker of ik ook hun kind wilde knippen. Niet iedere kapper kan dat: het vraag om ontzettend veel geduld en inlevingsvermogen om iemand in een rolstoel, in paniek of die spastisch beweegt te knippen. Ik knipte regelmatig op locatie. Dat waren de momenten dat ik er even uit was en even niet hoefde te zorgen.”

Eerbetoon aan Miles

Op 8-jarige leeftijd overleed Miles. “Ik kwam in een gat terecht. Want op een bepaald moment ging mijn man weer werken en onze dochter naar school. Al gauw bedacht ik het concept van Salon8. Ik zou een kleine kapsalon beginnen die speciaal is ingericht voor mensen met een beperking: zo min mogelijk prikkels, brede doorgangen, geen drempels en een snoozlemuziekje op de achtergrond. Overigens wilde ik ook ‘gezonde’ mensen blijven knippen. Ook dat was een heftige periode, want terwijl ik nog aan het rouwen was om Miles, was ik ineens ondernemer geworden en kwamen er veel nieuwe dingen op me af. Maar het hielp me ook. Miles had mij Salon8 gegeven en het gaf een fijn gevoel om daarmee bezig te geven, om weer iets nuttigs te kunnen doen.”

Zorg en zakelijk combineren

Een onderneming die met zorg te maken heeft zakelijk benaderen is een uitdaging, geeft Mirjam toe. “Aan het begin leek Salon8 wel een filantropische instelling. Het knippen van een kind dat overstuur raakt van een tondeuse op zijn hoofd, kost veel tijd. Aan het begin had ik de neiging om voor iedere knipbeurt dezelfde tarieven te rekenen, ongeacht de duur ervan. Deze ouders hebben het al moeilijk genoeg, dacht ik dan. Maar tijd is ook in mijn salon geld. Een uur knippen kost mij nu eenmaal meer dan een kwartier. Ik leer steeds beter om ‘meerkosten’ te rekenen als ik langer bezig ben met een klant of reiskosten te vragen als ik op locatie moet knippen. Van tevoren leg ik dat uit. Die transparantie helpt; de meeste ouders en begeleiders staan daar heel begripvol tegenover. Natuurlijk moeten de kosten wel redelijk zijn en voor iedereen dezelfde. Het gebeurt te vaak dat producten voor mensen met een beperking duurder zijn dan voor een doorsnee persoon. Rompertjes die je bij de HEMA voor drie euro kunt kopen, kosten voor Miles bijvoorbeeld 25 euro. Onzin vind ik dat. Bij mij kost een gewone knipbeurt van een half uur twintig euro, wie er ook in mijn stoel zit.”