“Ik moet doen wat ik zeg, en zeggen wat ik doe”

Op haar 17e begon Linda de Wit met de kappersopleiding, ze werkte in diverse salons en kreeg twee dochters. Haar oudste dochter Indy bleek autisme te hebben en had veel zorg nodig, waardoor het niet meer mogelijk was voor een werkgever te blijven werken. Ze startte een salon aan huis, verdiepte zich in autisme. In 2019 studeerde ze af aan de post hbo-opleiding tot autisme coach om kinderen zoals haar dochter beter te kunnen helpen in haar salon.

“Indy kon ik met moeite één keer per jaar zelf knippen en na vijf minuten was ze er klaar mee,” herinnert Linda zich. “Door mijn ervaring met haar – en later ook dankzij de opleiding die ik volgde tot autisme coach – leerde ik dat kinderen met autisme heel veel baat hebben bij duidelijkheid. Het is belangrijk van tevoren aan te geven wat er gaat gebeuren tijdens zo’n knipbeurt. Dat werkt ook voor kinderen met andere verstandelijke beperkingen.”

Hevig verzet

Via haar posts op social media over kinderen met autisme, kreeg Linda steeds meer aanvragen om kinderen met een verstandelijke beperking te knippen. “Het kost veel tijd en geduld om kinderen te knippen die niet tegen prikkels kunnen of verstandelijk beperkt zijn,” legt Linda uit. “Ze zijn vaak bang en verzetten zich uit alle macht tegen zo’n knipbeurt. Van ouders hoor ik vaak terug dat hun kind dan hard schreeuwt, om zich heen slaat en door drie kappers stevig moet worden vastgehouden voor een snelle knipbeurt.

Dat is natuurlijk geen prettige ervaring; niet voor het kind, maar ook niet voor de ouders die zich vaak behoorlijk opgelaten voelen. Soms mogen mensen ook niet meer terugkomen. In reguliere salons zie je vaak dat er een strakke planning is en moet je binnen een bepaalde tijd klaar zijn. Maar bij het knippen van deze doelgroep werkt dat niet en het ontbreekt aan kennis hoe met deze kinderen om te gaan.”

Eén plukje knippen

Deze kinderen kunnen je op een meer coachende manier wél goed helpen, vertelt Linda. “Het allerbelangrijkste is een kind zich veilig en vertrouwd laten voelen in de salon. Dat kost veel tijd en geduld. Ik werk met het special needs concept – een arrangement waarbij een kind met zijn ouders drie keer langskomt in de salon. De eerste keer komen ze niet voor een behandeling, maar om kennis te maken.

We zitten dan met elkaar in de salon, hebben een gesprek over de problemen waar ze tegenaan lopen en waar het kind angstig voor is. Welke beperkingen zijn er? Wat vindt een kind wel of juist niet fijn? Ik observeer dan ook hoe een kind zich gedraagt en of ik contact met hem of haar kan maken.

Spelenderwijs leg ik uit hoe het knippen zal gaan en bij elk stapje krijgen ze een uitleg. Heel kort en bondig, zodat ze niet overprikkeld raken. Soms lukt het om de eerste keer al één of twee plukjes te knippen. Die mogen ze in een bakje bewaren dat ze zelf mogen versieren. Dat vinden de meesten heel erg leuk, dan kunnen ze trots hun geknipte haartjes laten zien op school.”

Het kind is de baas

De tweede keer dat de kinderen naar Linda toegaan, staat de knipbeurt centraler. “Ze zijn soms nog steeds teruggetrokken, maar meestal herkennen ze het hier en voelen ze zich op hun gemak,” zegt Linda. “Tijdens deze sessie kijk ik of ik een stukje verder kan knippen. Alles spelenderwijs en op een vriendelijke en rustige manier. Ze hebben vaak een bakje met scheerschuim op schoot en een scheerkwast in hun hand om de spiegel mee te verven. Ondertussen tel ik tot drie en mag ik drie knipjes doen. De kinderen mogen altijd ‘pauze’ zeggen en ik doe altijd wat zij aangeven. Dat geeft hen grip op de situatie. Dat vertrouwen opbouwen is heel belangrijk. Ik zeg ook altijd: ‘jij bent de baas, jij mag zeggen wanneer ik moet stoppen.’ Het gaat volledig in het tempo van het kind zonder drang of dwang. De tweede keer lukt het meestal nog niet om het af te maken, maar ik probeer ze wel fatsoenlijk naar huis te laten gaan. Een paar dagen later komen ze dan terug voor de derde knipbeurt en maak ik het af.

Dat lukt bij 98 procent van de kinderen die hier komen. Het lijkt een eindeloos traject, maar het is een nuttige investering. Deze investering in tijd en geduld zorgt er vaak voor dat een kind over een zijn of haar angst heen komt en weer naar de gewone kapper kan.”

Special_needs_concept_voor_kids_autisme_ANKOVeteranen

Linda omschrijft het als dankbaar werk. “Soms gaan ouders hier huilend van blijdschap de deur uit, omdat een kindje eindelijk een mooi kapsel heeft en de knipbeurt rustig is verlopen. Naast kinderen met autisme of een verstandelijke beperking, knipt Linda ook veteranen die werkten in oorlogsgebieden. Haar partner is veteraan, werkte voor Defensie en verbleef langere tijd in Afghanistan. “Veel van zijn oud-collega’s kampen met een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS). Zij hoorden over het werk dat ik doe en komen nu ook bij mij om eknipt te worden. In alle rust, waardoor ze niet hoeven te schrikken van een föhn die plotseling aangaat.”

Daarnaast knipt Linda ook nog één keer per maand in een zorginstelling in haar woonplaats. “Ik heb acht vaste klanten, kinderen met allemaal verschillende aandoeningen en syndromen die altijd met begeleiding worden geknipt. Dat doe ik al ruim vijf jaar en allemaal hebben ze een plekje in mijn hart. In die instelling woont een autistische jongen die mij altijd helemaal plat knuffelt als ik binnenkom – heel bijzonder vind ik dat.”

Geen winstbejag

Linda knipt ongeveer drie keer per week kinderen met een beperking. Het is geen liefdadigheid, maar wel een concept vanuit een duidelijke maatschappelijke betrokkenheid. “Voor het concept van drie knipbeurten, reken ik 89,95. Dat is denk ik niet veel en eigenlijk ook niet kostendekkend. Dat vind ik niet erg, ik heb een groot hart en passie voor deze kinderen en het voelt niet goed als ik dit uit winstbejag doe.

Het geld verdien ik terug met de uitgebreide kleurbehandelingen bij reguliere klanten. Dat levert mij genoeg op waardoor ik dit kan doen. En als ouders het hier fijn vinden, dan komen ze ook vaak zelf als klant terug in mijn salon. In de omgeving heb ik heb ik geen andere kappers die kinderen met een beperking knippen. Zij sturen ze vaak door naar mij.”

Kennis ontbreekt

Het gedrag van deze kinderen roept vaak hevige reacties op bij mensen. Als een kind huilend op de grond ligt te schreeuwen, is het eerste wat mensen vaak zeggen: ‘Doe normaal en sta op’ of: ‘Voed je kind eens op’. Als je met deze doelgroep werkt, leer je daar anders naar kijken. Wat maakt dat hij zo doet? Wat heeft een kind nodig op dat moment? Die kennis ontbreekt vaak, maar het oordeel ligt er wel. We mogen wat beter op elkaar passen, denk ik. Dat ontbreekt soms, het omkijken naar elkaar.”

Volgens Linda houden de kinderen die zij knipt haar een spiegel voor. “Ik moet doen wat ik zeg, en zeggen wat ik doe. Als ik niet consequent ben, en tussendoor bijvoorbeeld tóch stiekem doorknip, dan is al het vertrouwen in één klap weg.” Ze denkt dat elke kapper dit werk kan doen mits ze een aparte ruimte hebben en goed getraind worden. “En iemand met bakken geduld. Het is mooi én noodzakelijk om alle tijd en aandacht voor deze kinderen te hebben. Het is fijn om dat te kunnen geven.”