Waar_gebeurd_Kill_Sant_ANKO

Jaren geleden reed ik met mijn auto door het platteland. Opeens zag ik een kikker die – midden op de weg – overstak. Dus ik boven op de rem. Ik stap de auto uit, pak de kikker op en zet ‘m veilig in het gras.

Op het moment dat me omdraai om terug in de auto te stappen, hoor ik plotseling ‘Yo, bedankt he’. Waar komt die stem vandaan? Ik kijk om me heen maar zie niemand, behalve die kikker. ‘Hey, kan jij praten?’ vraag ik. Kijkt die kikker me aan en zegt: ‘Eh, ja.’ Ik natuurlijk helemaal in de war. Zegt die kikker: ‘Je hebt mijn leven gered en nu mag je een wens doen’. Ik denk na wat ik zal wensen. Een sportauto? Luxe villa? Ineens bedenk ik me dat ik als kind altijd een superheld wilde zijn mét superkrachten. Dus ik zeg tegen die kikker: ‘Ik wil eigenlijk wel Super Helden Power”. Die kikker: ‘Oké, welke?’ Ik zeg: ‘Toveren met een stafje zoals Harry Potter. En vliegen lijkt me wel wat, net als Superman en gedachten kunnen lezen net als Charles Xavier uit de film X-man’. Zegt die kikker: ‘Meen je dat nou, hoezo wil je dat? Ik: ‘Lijkt me wel stoer dat ik de wereld red van het kwaad, dat alle mensen blij mijn naam roepen en applaudisseren als ik door de straten loop’. ‘Oké’, zegt de kikker die zich omdraait en verdwijnt in het hoge gras.

Dat was zo’n rare middag! Ik jarenlang gewacht, van alles geprobeerd, maar geen Super Powers. Op een gegeven moment reed ik weer langs dat platteland en ben die kikker gaan zoeken. Opeens zie ik hem. ‘Ken je me nog?’ vraag ik. Ooit redde ik jouw leven en je zou me belonen door mij superkrachten te geven. Ik ben jaren verder, maar super powers ho maar’. Zegt de kikker: ‘Ik heb me aan mijn belofte gehouden hoor. Ik heb je toch kapper gemaakt?’

‘Alleen in plaats van een toverstafje om de wereld te redden, gaf ik je een kam en schaar om de wereld mooier en gelukkiger te maken. Je wilde toch vliegen? Met al die veren die je dagelijks in je kont krijgt, moet je toch een beetje opstijgen. In plaats van gedachten lezen, leerde ik je de juiste vragen te stellen. Dat mensen blij met je zijn, zie je terug in je volle agenda en een applaus krijg je soms acht keer per dag.

En het mooiste is, jij draagt je cape niet eens zelf…’