De cao is belangrijk voor de branche en dus ook voor ANKO. Door bestuur, bureau en verschillende leden is er hard gewerkt om – in samenwerking met CNV en FNV Mooi – tot een goed resultaat te komen. We zetten dat resultaat nog even voor je op een rijtje, maar geven ook een kijkje in de keuken. Hoe verloopt een onderhandelingsproces? Ook collegakapperondernemers, die hierbij intensief betrokken waren, komen aan het woord.

ANKO-directeur Therèse van ’t Westende en collega Mirabelle Extra trokken het cao-onderhandelingsproces vanuit de werkorganisatie. “Sinds februari zitten we als werkgeversorganisatie en bonden om tafel. Vlak voor de zomer zaten we niet op één lijn. Maar een nieuwe gespreksronde heeft toch een mooi resultaat opgeleverd. Daarbij gaat het om een voorlopig akkoord tussen beide partijen over (de aanpassingen in) een nieuwe cao. Het bestuur van ANKO en de achterban van de vakbonden moeten die goedkeuren. Dat is inmiddels gebeurd. Als de overheid ook nog akkoord geeft, is de nieuwe cao in november van toepassing voor de hele branche (leden, niet-leden en hun werknemers). Daarmee is er een basis gelegd in arbeidsvoorwaarden die voor iedereen gelijk zijn. Iedere werkgever in onze branche houdt zich aan het afgesproken minimale salaris. Dan is eerlijke concurrentie mogelijk”, aldus de directeur.

De belangrijkste cao-afspraken op een rijtje

De cao loopt anderhalf jaar (van 1 juli 2025 tot en met 31 december 2026); dat geeft (meer) rust en maakt het mogelijk vooruit te plannen.

Er komt een nieuw loongebouw (per 1 november 2025); medewerkers kunnen daardoor echt doorgroeien en blijven hopelijk langer in de branche.

Loonontwikkeling:

  • 4% loonsverhoging op cao-lonen per 1 november 2025; dit is niet van toepassing als er al per 1 juni een verhoging in het loon is doorgevoerd;
  • 1,5% loonsverhoging voor werknemers van 21 jaar en ouder per 1 juli 2026.

Verder onderzoek, samen met alle vakbonden:

  • hoe kunnen we loongebouw B, dat niet meer past bij de arbeidsmarkt van nu, op een verantwoorde manier afschaffen?
  • kunnen we, met een collectieve regeling, het probleem van het tweede ziektejaar (sommige medewerkers ontvangen dan minder dan het minimumloon) oplossen?

Overige afspraken:

  • afschaffing BOL-korting met terugwerkende kracht per 1 juli 2025;
  • de reiskostenvergoeding wordt met terugwerkende kracht verhoogd van € 0,22 naar € 0,23 per kilometer per 1 juli 2025;
  • (her)introductie van opleidingssubsidie voor erkende leerbedrijven.

Meer informatie

Bel met ANKO! Werkgevers met personeel die lid zijn van de ANKO hebben recht op 8 uur gratis advies.

De nieuwe cao uitgelegd in een filmpje.

Voorbeeldcontracten.

Hannelore Schellevis

“Ik wil als eigenaar van vier salons graag een bijdrage leveren aan een gezonde kappersbranche voor werkgevers en werknemers. Op korte en lange termijn. De cao sluiten we af voor een relatief korte periode. Voor de toekomst moeten we met elkaar ANKO én vakbonden een visie hebben op waar we uiteindelijk naartoe willen. Het nieuwe loongebouw is een voorbeeld van inzet op de langere termijn. Maar ik zie het belang ervan meteen als ik kijk naar mijn eigen team. De meer ervaren collega’s kunnen doorgroeien en dat is een voordeel voor iedereen.

Het feit dat de opleidingssubsidies terugkeren in de nieuwe cao vind ik belangrijk. Werkgevers die ook leerbedrijf zijn, krijgen een steuntje in de rug als ze medewerkers extra trainingen of cursussen laten volgen. En als branche blijven we daardoor ontwikkelen en verder professionaliseren. In ons vak kun je eigenlijk niet stilstaan. Het is belangrijk steeds nieuwe dingen te leren.”

Marco Leus

“Ik ben al acht jaar betrokken bij de caoonderhandelingen in de kappersbranche. Personeel is ons grootste goed en tegelijkertijd onze grootste kostenpost. Gezien de krapte op de arbeidsmarkt moeten we als kappers aantrekkelijke werkgevers zijn en blijven. Dat betekent concurrerend zijn als het gaat om salaris. Wat bieden andere branches? Maar wat we als werkgevers bieden moet ook betaalbaar zijn. Daar kan ik als kapperondernemer goed over meedenken. Ik sta vijf dagen in de week op de vloer en weet wat er speelt in mijn drie salons. Ik kan dus toetsen wat in de praktijk wel of niet werkt.

Het proces vind ik interessant. Je haalt eerst op wat de leden belangrijk vinden en geeft daarover advies aan het bestuur. Zij stellen prioriteiten en geven ‘een mandje met geld’ mee. Dat mogen we uitgeven. En dat betekent scherp onderhandelen. De vakbonden stellen hun eisen, logisch. Wij moeten de realiteit van de werkgevers laten zien, bijvoorbeeld door aan te geven dat er nog steeds bedrijven zijn die het moeilijk hebben sinds corona. Samen werken we toe naar een cao die voor beide partijen klopt.”

Wilbert Rombouts

“Ik ben toen nog als lid van de commissie sociaal beleid gevraagd mee te denken over de cao. Dat doe ik graag omdat ik wil delen wat ik in mijn salon meemaak en wat ik hoor van collega’s. Daarmee breng ik het geluid vanuit de praktijk in. Belangrijk is dat ik daarbij de bril van de hele branche opzet.

Het nieuwe loongebouw vind ik het belangrijkste caoresultaat dat we voor de kapperondernemers hebben geboekt. Voor de starters is het de afgelopen jaren, met de stijging van het minimumloon, goed gegaan. Maar nu maken we weer groei mogelijk voor ervaren medewerkers. Daarmee houden we hopelijk mensen langer vast.”